Taster

Men denkt altijd dat wanddikte meten de gemakkelijkste vorm van ultrasoon onderzoek is. Het is echter één van de lastigste onderzoeken om goed uit te voeren.

Het eerste wat men leert als ultrasoon onderzoeker is wanddikte meten. Het is gemakkelijk, maar een belangrijk punt wordt vergeten. Iedere onderzoeker heeft voor het wanddikte meten een trappenplaat om op te ijken. 99,9% van deze trappenplaten zijn gemaakt uit plaatmateriaal. Wat men bij de opleiding niet leert: een taster bestaat uit een mantel van metaal en een kern van plexiglas. Als gevolg van het onderzoeken slijt de taster/het plexiglas. Hierdoor kan er tussen de taster en het te onderzoeken objekt een spleet waar zich de koppelvloeistof ophoopt.

Op de foto ziet u rechts een nieuwe taster, en links een afgesleten taster. De spleet tussen de taster en het onderzoeksoppervlak is goed zichtbaar.
   

Deze vloeistof heeft een andere geluidssnelheid dan staal, en dit leidt tot foutieve meetwaarden. Neem 10 ultrasoon onderzoekers en laat iedereen hetzelfde onderzoek uitvoeren. Geen enkele waarde zal hetzelfde zijn. Er is echter een eenvoudige oplossing om op de juiste manier te onderzoeken. De gangbare trappenplaten zijn van 2 tot 20 mm, gemaakt van vlak plaatmateriaal. Onze onderzoekers hebben tevens trappenplaten die gemaakt zijn uit pijpmateriaal

Vlakke trappenplaat met afgesleten taster. Meetwaarde Sa is 10,0 mm.
   
Ronde trappenplaat met afgesleten taster, met dezelfde instellingen als op de vorige foto. Meetwaarde Sa is 9,1 mm.

Verf

Geen enkel bedrijf vindt het leuk als de coating verwijderd wordt. Om toch een nauwkeurige en juiste meting uit te kunnen voeren is er een eenvoudige oplossing. Heeft men een meetbereik ingesteld waarop meerdere bodemecho's te zien zijn, geeft de eerste bodemecho de wanddikte met verf. Leest men echter het verschil af tussen de tweede en de eerste bodemecho, krijgt men de wanddikte van alleen het staal, dus zonder verf.